Adrenaline van bevalling
Dag 1 is de dag waarop je bent bevallen. Tijdens de bevalling maakt jouw lichaam adrenaline aan, waardoor je energie krijgt. Adrenaline blijft nog even in het bloed zitten na de bevalling, hierdoor voelt je jezelf goed en vol energie. In de uren na de bevalling ebt dit gevoel weg en voel je aan jouw lichaam dat je moe en slap wordt. Doe het dus rustig aan en neem de tijd om te herstellen!
Bloedverlies na de bevalling
De eerste dag na de bevalling heb je vaak ruim bloedverlies. je kunt ook stolsels verliezen, deze kunnen best groot zijn; soms zo groot als een vuist. Als u meer dan één vol kraamverband bloed per half uur verliest, moet je ons bellen op 076 565 71 77.
Plassen na de bevalling
Het is belangrijk dat je binnen 6 uur na de bevalling geplast hebt. Als dit niet lukt, bel ons dan.
Het kan wat prikken als je plast, daarom is het belangrijk dat je goed spoelt met lauw water tijdens het plassen. Zet een kan om te spoelen op het toilet of plas de eerste dagen onder de douche.
Douchen na de bevalling
Binnen een aantal uur na de bevalling is het lekker om te douchen. Doe dat rustig en voorzichtig, onder begeleiding van de kraamverzorgende. Soms adviseert zij of wij om het douchen nog even uit te stellen. Zorg in ieder geval dat je vooraf wat gegeten hebt (beschuit met muisjes bijvoorbeeld).
De eerste dag van uw baby
Het eerste uur na de bevalling is de baby heel helder en alert. Van dit moment wordt gebruik gemaakt om uw baby (aan de borst) te laten drinken. Na deze voeding valt de baby meestal in een diepe slaap. De eerste dag kan de baby wat misselijk zijn. Het gezichtje is vaak nog wat gezwollen. Soms heeft het hoofdje van de baby een wat puntige vorm van de bevalling, na een paar dagen verdwijnt dit vanzelf.
Voeding baby
Probeer de baby iedere 3 uur voeding te geven. De kraamverzorgende helpt je hierbij. De signalen van honger leer je tijdens de eerste dagen van het kraambed.
Ontlasting baby
De eerste poep van de baby is zwart en plakkerig, dit heet meconium. Bewaar de eerste dagen alle luiers. De kraamverzorgende kan dan nakijken hoeveel de baby poept en plast. Bij het verschonen controleren jullie elke keer de temperatuur. De temperatuur moet tussen de 36.5 en 37.5 graden zijn. Overleg bij een lagere of hogere temperatuur met de kraamverzorgende of met ons